Hoe ik mijn hart probeerde te openen, met alle risico’s van dien (deel 2)

Ik bleef nog best een tijdje huilen. Om verschillende redenen. Maar eigenlijk gewoon om alle angsten die ik niet onder ogen durfde te zien. Zoals mijn angst om m’n baan te verliezen, nergens aangenomen te worden, te eindigen in een bijstandsflatje in een bijstandswijk, terwijl mijn vrienden het veel beter doen en niet meer met me om willen gaan, of in ieder geval heel erg medelijden hebben met me.

Tussen het huilen door bleef ik gewoon naar m’n werk gaan. Het leven gaat door gelukkig. Ik bleef dansen. En ik bouwde aan een nieuwe relatie.

Bouwen klinkt alsof ik een plan had, en met stenen en cement in de weer was. En gewapend beton om een flinke fundering te storten. Om tenslotte de kamers in te richten en neer te ploffen op de bank. Dat was niet zo. Het voelde meer alsof ik rond rende met allerlei gereedschap, onderwijl ik het huis meer afbrak dan opbouwde. Het was frustrerend, want het ging niet zoals ik wilde.

Ik wilde namelijk leuk zijn. “Lady peaceful, lady happy, that’s what I want to be…” (van Cabaret, musical uit 1972. Zoek maar op het is een hartverscheurend nummer). Waarom werd ik dan steeds zo boos, en zo kil? Waarom wil ik steeds wraak nemen. Ik ben toch gek op hem? Als onze relatie goed zit, dan gebeurt dit toch niet? Ik ben zelfs een keer plotseling boos naar huis gefietst omdat hij voorstelde om afspraakje uit te stellen.

Bij mijn psycholoog leg ik mijn ideeën op het massief houten bureau dat tussen ons in staat. Ik straf ieder klein teken dat er op zou kunnen wijzen dat hij me niet geweldig-fantastisch vindt af met een ijskoude schouder. Ik ben zo ontzettend bang dat hij weg gaat. Ik heb mezelf niet meer in de hand op die momenten. “Dat is heel ernstig.” antwoordt de psycholoog terwijl hij me over zijn bril aankijkt. “Als je geen controle hebt over die ingesleten patronen. Dan bepaal je niet je eigen leven.” Terwijl mijn ogen waterschieten zegt hij “Je kunt er iets aan doen, maar het wordt heel hard werken. Herhaling, herhaling, herhaling.”

Die avond vertel ik mijn lief schoorvoetend (lees: in tranen) over wat ik heb besproken met mijn psych. Het helpt om met hem te delen waarom ik me soms zo vreemd gedraag. Hij is niet blij als hij terug denkt aan m’n buien, hij wordt er wéér kwaad van. Ik geloof wel dat hij het echt begrijpt. Ik beloof hem dat ik er aan ga werken. Dat ik zal proberen m’n angstige bijtbuien te onderscheppen. Ik beloof het eigenlijk aan mezelf. Ik ben vastbesloten: ik ga een plan maken om te bouwen. En de eerste stap is dat ik m’n gereedschappen even opberg.

Plaats een reactie

Blog op WordPress.com.